Case finding Î ltifac tori tori ële Multifactoriële eval uati interventies
De zeven risicofactoren worden op gestandaardiseerde wijze geëvalueerd. In de praktijk gebeurt dit bij voorkeur multidisciplinair en worden de resultaten op een werkfiche genoteerd zodat alle disciplines de resultaten kennen. Een standaardvoorbeeld van een werkfiche kan gedownload worden op de webstek www.valpreventie.be. Elke discipline is in principe in staat de evaluatie uit te voeren. Per risicofactor wordt echter met een symbool aangeduid welke discipline bij voorkeur de evaluatie op zich neemt. Het doorgeven van geobserveerde problemen en het verwijzen van de oudere naar andere disciplines indien nodig blijft evenwel de verantwoordelijkheid van alle gezondheidswerkers. Symbolen:
Naast deze zeven meest voorkomende risicofactoren zijn er nog verschillende
andere. De huisarts voert bij voorkeur een bijkomend onderzoek uit om valincidenten van cardiale, neurologische of orthopedische oorzaak uit te sluiten.
Document ‘Multifactoriële evaluatie’ ontworpen door de wetenschappelijke werkgroep “Uniforme Aanpak Valpreventie Vlaanderen” 2006 Stoornissen met het evenwicht, gangpatroon en een verminderde spierkracht zijn het meest frequent geassocieerd met valincidenten. Deze mobiliteitsstoornissen zijn beïnvloedbaar door training en kinesitherapie. EVALUATIE
Four Test Balance Scale (Rossiter-Fornoff, 1995; Gardner et al., 2001)
- vraag aan de oudere om elk van de 4 posities van de Four Test Balance
Scale gedurende 10 seconden aan te nemen; (zie onderstaande figuur)
- voor de 4de positie (unipodale stand) mag de oudere kiezen op welk been
Document ‘Multifactoriële evaluatie’ ontworpen door de wetenschappelijke werkgroep “Uniforme Aanpak Valpreventie Vlaanderen” 2006
- deze test wordt uitgevoerd zonder hulpmiddel of schoeisel; - de onderzoeker mag de oudere helpen om de juiste positie aan te nemen;
vervolgens moet de oudere aangeven wanneer hij klaar is om de test zonder hulp uit te voeren; oefenen is niet toegelaten; plaats een stoel achter de oudere;
- de test is positief van zodra men één van de 4 posities geen 10 seconden
kan aannemen, bv. de oudere kan niet in de gevraagde positie blijven staan, de hulpverlener moet de oudere vastnemen om een val te voorkomen of de oudere raakt de muur, tafel of stoel om het evenwicht te behouden. Het is belangrijk dat de volgorde van de posities bewaard blijft. Timed chair-stand-test (Guralnik et al., 1995) Benodigdheden: Stoel, bij voorkeur zonder armleuningen. Procedure:
- de oudere zit op de stoel en houdt de armen gekruist voor de borst;
indien het een stoel betreft met armleuningen, mag de oudere deze niet gebruiken;
- plaats de stoel met de leuning tegen de muur voor de veiligheid van de
- vraag aan de oudere om volgende opdracht zo snel mogelijk uit te voeren:
5 maal op te staan van de stoel en vervolgens opnieuw te gaan zitten;
- de tijd wordt opgenomen; - de test is positief indien de oudere hiervoor 14 seconden of meer nodig
heeft of indien hij niet in staat is de test uit te voeren. Functional Reach (Duncan et al., 1992) Benodigdheden: Lintmeter, horizontaal tegen muur op schouderhoogte. Procedure:
- de oudere neemt plaats naast de lintmeter en houdt de arm het dichtst
tegen de muur met gebalde vuist horizontaal met de lintmeter (zie onderstaande figuur);
- deze test wordt uitgevoerd zonder hulpmiddel of schoeisel; - de oudere reikt zo ver mogelijk voorwaarts zonder het evenwicht te
- de test is positief indien de reikafstand 25 cm of minder bedraagt. Document ‘Multifactoriële evaluatie’ ontworpen door de wetenschappelijke werkgroep “Uniforme Aanpak Valpreventie Vlaanderen” 2006 CAVE: altijd in de onmiddellijke nabijheid van de patiënt blijven!
Omwille van onderlinge interactie kan polyfarmacie een belangrijke rol spelen in het ontstaan van valincidenten bij ouderen. Daarnaast bestaan een aantal typen risicovolle geneesmiddelen die een verhoogd risico op valincidenten als gevolg hebben. EVALUATIE
1. Tel het aantal voorgeschreven en niet-voorgeschreven geneesmiddelen dat de
oudere per dag neemt. Indien er dit 4 of meer verschillende zijn, is er sprake van polyfarmacie.
2. Ga na of de oudere één of meer van volgende typen risicovolle
- sedativa, vnl. benzodiazepines (bv. lormetazepam, bromazepam, oxazepam,
lorazepam, dikaliumchlorazepaat, alprazolam, .);
- neuroleptica (bv. haloperidol, risperidon, .); - antidepressiva (bv. trazodonhydrochloride, fluoxetine, citalopram,
- digoxine (bv. digoxine, metildigoxine, .); - diuretica (bv. furosemide, amiloridehydrochloride, spironolacton, .); - type IA antiaritmica (bv. disopyramide).
Document ‘Multifactoriële evaluatie’ ontworpen door de wetenschappelijke werkgroep “Uniforme Aanpak Valpreventie Vlaanderen” 2006 Document ‘Multifactoriële evaluatie’ ontworpen door de wetenschappelijke werkgroep “Uniforme Aanpak Valpreventie Vlaanderen” 2006 Ook ouderen die last hebben van duizeligheid, draaierigheid of bij wie de bloeddruk te veel daalt bij het rechtkomen, lopen een verhoogd risico op een valincident. EVALUATIE
1. Stel een aantal screenende vragen, zoals:
- “Heeft u soms last van duizeligheid/draaierigheid?” - “Heeft u dit bij het rechtstaan uit bed, stoel of zetel, bij het bukken?”
2. Klinische vaststelling:
- meet de bloeddruk na een liggende houding van minimaal 5 minuten, bij
voorkeur ’s morgens of na de middagrust;
- laat de oudere rechtstaan; - meet de bloeddruk opnieuw onmiddellijk na het rechtstaan en na 3
- indien een bloeddrukdaling wordt vastgesteld van liggende naar staande houding
- indien de systolische bloeddruk daalt tot ≤ 90mmHg.
(The consensus committee of the American Autonomic Society and the American
Academy of Neurology, 1996; Ooi et al., 1997; Rushing et al., 2005)
Document ‘Multifactoriële evaluatie’ ontworpen door de wetenschappelijke werkgroep “Uniforme Aanpak Valpreventie Vlaanderen” 2006
Problemen met het zicht hebben een negatief effect op de posturale controle. Verschillende determinanten van zicht zoals een verminderde diepteperceptie en contrastgevoeligheid houden een verhoogd valrisico in. EVALUATIE
Stel screenende vragen, zoals: - “Heeft u moeilijkheden bij het lezen, autorijden of tv kijken?” - “Is uw laatste bezoek aan de oogarts langer dan een jaar geleden?”
Evalueer of de patiënt last heeft bij het gebruik van een bifocale bril.
Evaluatie gezichtsscherpte: Lineaire E-test (de test kan gedownload worden via de webstek www.valpreventie.be)
- ga op 5m afstand tegenover de oudere staan in een goed verlichte ruimte; - hou de lineaire E-test op ooghoogte van de oudere; - wanneer de oudere normaalgezien een bril draagt, voert hij/zij de test uit met bril;
- de test wordt in eerste instantie met beide ogen tegelijkertijd
uitgevoerd; indien nodig kunnen beide ogen vervolgens apart getest worden;
- wijs de tekens één voor één en lijn per lijn aan, te beginnen bij de bovenste
lijn, en vraag aan de oudere om teken te doen of te zeggen aan welke kant de beentjes van de E open staan;
- let er op dat u de overige tekens niet afdekt, de hele lijn moet zichtbaar
- indien de oudere een visus heeft van 0,40 of minder is er mogelijk een
probleem met het zicht dat tot een val kan leiden.
Document ‘Multifactoriële evaluatie’ ontworpen door de wetenschappelijke werkgroep “Uniforme Aanpak Valpreventie Vlaanderen” 2006 Voetproblemen of het dragen van risicohoudend schoeisel kunnen eveneens aan het ontstaan van een valincident liggen. EVALUATIE
Klinische beoordeling
Aandoeningen zoals - eeltknobbels; - teenafwijkingen; - ingegroeide nagels; - blaren; - zweren; - amputatie van tenen; of de aanwezigheid van - drukpunten; - open wonden; - diabetes met vermoeden van aantasting diepe gevoeligheid.
Kenmerken van risicohoudend schoeisel zijn o.a. de volgende:
onvast; open aan de achterkant; hoge hak; gladde zool.
(Tinetti et al., 1988; NVKG richtlijn 2004; Menz et al., 2006)
Document ‘Multifactoriële evaluatie’ ontworpen door de wetenschappelijke werkgroep “Uniforme Aanpak Valpreventie Vlaanderen” 2006 Ook risicovolle situaties in de omgeving van de oudere of risicovol gedrag zijn belangrijke risicofactoren. Aanpassingen van de omgeving kennen een doeltreffend effect bij ouderen die in het verleden gevallen zijn of mobiliteitsproblemen vertonen. EVALUATIE
Stel volgende screenende vragen:
- “Zijn er in uw huis risicovolle situaties aanwezig, situaties die het risico om te
vallen verhogen, bv. opstapjes, losliggende draden, opkrullende tapijten, een wc buitenshuis, .?”
- “Vindt u dat u soms onveilige activiteiten uitvoert, zoals
- u snel naar de deurbel of telefoon begeven, wanneer men aan de deur belt
- een stoel of ladder gebruiken om dingen op hoogte te nemen?”
- “Steekt u het licht aan als u ’s nachts opstaat?” - “Draagt u soms schoenen die niet zo vast rond uw voeten zitten of waarmee u
gemakkelijk kan uitglijden (bv. slippers)?”
- “Voert u soms onveilige handelingen uit?”
(Stalenhoef et al., 1998; Johnson et al., 2001; Lord et al., 2006)
Document ‘Multifactoriële evaluatie’ ontworpen door de wetenschappelijke werkgroep “Uniforme Aanpak Valpreventie Vlaanderen” 2006
- een “gezonde” bekommernis over het vermijden van een risico in de
omgeving (bv. een bevroren, gladde ondergrond);
- tot een “verlammende” bekommernis die ertoe kan leiden dat een
persoon bepaalde activiteiten niet meer zal uitvoeren die hij/zij eigenlijk nog kan.
Vooral in deze laatste situatie kunnen ouderen zo angstig zijn om te vallen dat ze minder gaan bewegen waardoor hun valrisico alsook hun risico op letsels vergroot. De gevolgen van valangst zijn:
- afname van de sociale interactie; - toegenomen risico op isolatie, depressie; - daling van de kwaliteit van leven.
EVALUATIE
Stel screenende vragen, zoals:
- “Heeft u angst om te vallen?” - “Zijn er dingen die u niet of niet meer doet omdat u bang bent dat u zou
(Evitt et al., 2004; Milisen et al., 2004; Huang, 2005; Jørstad, 2005)
Document ‘Multifactoriële evaluatie’ ontworpen door de wetenschappelijke werkgroep “Uniforme Aanpak Valpreventie Vlaanderen” 2006
Orientações Importantes para Pacientes Anticoagulados Temos discutido bastante a respeito de fibrilação atrial, novos anticoagulantes, resultados de estudos, aderência medicamentosa, porém não devemos esquecer das orientações aos pacientes a respeito dos cuidados imprescidíveis ao sucesso da anticoagulação oral que ainda é a nossa principal ferramenta. A falha e os efeitos advers
Issued June 2011 CUPRINOL TRADE ALL CT806 PURPOSE WOOD FILLER PRODUCT INFORMATION Typical Use Cuprinol Trade All Purpose Wood Filler is a quick drying, tough, durable wood filler for general wood repairs indoors and outdoors. Easy to use and long lasting, it flexes with the natural movement of wood making it ideal for use on windows, skirting boards and ot