Bronchiëctasieën
De dokter heeft vastgesteld dat u bronchiëctasieën heeft. In deze folder krijgt u informatie over wat bronchiëctasieën, de oorzaken, klachten en de behandeling inhouden.
Bronchiëctasieën
Bronchiëctasieën zijn permanent abnormaal verwijde luchtwegen met beschadigde wanden, waarbij er sprake kan zijn van chronische ontsteking en infectie. Soms in een deel van één long, maar meestal verspreid over beide longen. In de verwijdingen van de luchtwegen kunnen bacteriën zich gemakkelijk nestelen en steeds weer nieuwe infecties veroorzaken. Hierdoor komt een overvloedige slijmproductie op gang. Door de infecties wordt de structuur van de wand van de luchtwegen beschadigd. Trilhaartjes gaan verloren (verantwoordelijk voor het afvoeren van slijm). Ook bloedvaatjes kunnen kapot gaan. De aangetaste luchtwegen kunnen een verkronkeld verloop hebben. Het omliggende longweefsel kan aangetast en beschadigd worden. Bronchiëctasieën kunnen in milde vorm, doch ook in ernstiger vorm voorkomen.
Oorzaken
Bij het ontstaan van bronchiëctasieën kunnen verschil ende factoren een rol spelen: • een plaatselijke beschadiging
- door bijvoorbeeld een ernstige infectie (virus, kinkhoest,
- door inhaleren van schadelijke gassen of dampen - door verslikken (pinda, braaksel)
- COPD (chronische bronchitis en longemfyseem) - chronische verkoudheden en neusklachten ten gevolge van
poliepen of ontstekingen in de neusbijholten.
- ziekten van het immuunsysteem - Cystic Fibrose (taaislijmziekte)
Klachten en verschijnselen
dagelijks hoesten met opgeven van gekleurd slijm (soms met wat
moeheid kortademigheid pijn in de borstwand periodes met koorts gewichtsverlies verkoudheden en neusklachten soms kunnen “trommelstokvingers” ontstaan, dit zijn verdikkingen van
de vingertoppen met bol ing van de nagels
in sommige geval en kunnen klachten geheel ontbreken
Onderzoeken
Om de diagnose te stel en kunnen de volgende onderzoeken worden gedaan: • laboratoriumonderzoek van bloed en slijm • algemene röntgenfoto van de longen • gedetail eerde röntgenfoto van de longen (HR-CT scan) • longfunctieonderzoek • bronchoscopie • consult KNO arts (bij chronische neusklachten)
Behandeling
Indien de bronchiëctasieën zich beperken tot een klein deel van een long, maar toch veel klachten veroorzaken, kan overwogen worden om dit zieke deel operatief te verwijderen. Voorwaarde hiervoor wel is dat de kwaliteit van het overige longweefsel goed is. De specialist zal kiezen uit een of meerdere van onderstaande behandelingen: • Het aanleren van een goede hoesttechniek, zodat het slijm zo goed
mogelijk wordt opgehoest. De fysiotherapeut kan u hierbij helpen.
• Het gebruik van een “Flutter”. Dit is een soort mondstukje met een
metalen bal etje erin waarop u uitblaast. Er ontstaat een tril ing in de luchtwegen van de longen. Het slijm trilt hierdoor los en is makkelijker op te hoesten. De fysiotherapeut of longverpleegkundige kan u leren hiermee om te gaan.
• Antibiotica, in perioden van klachten of (bij uitzondering) continue.
Belangrijk is dat u het voorschrift van de arts nauwkeurig volgt; bij onjuist gebruik kunnen bacteriën ongevoelig voor antibiotica worden.
• Ontstekingsremmers zoals prednison, meestal per kuur.
• Medicijnen om slijm uit de longen te verdunnen (fluimucil), al dan niet
• Medicijnen tegen kortademigheid. • Zoveel mogelijk voorkómen van infecties. • Jaarlijkse griepvaccinatie. Afhankelijk van de ernst van de klachten kan het nodig zijn om u voor behandeling in het ziekenhuis op te nemen. Bij het gebruik van inhalatiemedicijnen is het belangrijk dat u de juiste inhalatietechniek beheerst. Inhaleert u niet goed dan hebben deze medicijnen weinig tot geen effect. Als u medicijnen moet inhaleren via een elektrisch vernevelapparaat is het zeker aan te raden een bezoek te brengen aan de longverpleegkundige (werkzaam op de polikliniek longziekten). Om uw weerstand zo goed mogelijk op peil te houden, is een goede voeding, veel lichaamsbeweging en voldoende rust belangrijk. In geval van een aanmerkelijk gewichtsverlies is een bezoek aan de diëtiste gewenst.
Redenen om contact op te nemen met de (huis)arts
Bij koorts (38 Cº of hoger) met duidelijke ziekteverschijnselen zoals: koude ril ingen, toename van benauwdheid, verandering van slijmproductie, toenemen van hoest en opgeven van bloed, pijn in de borststreek. Het is hoe dan ook zinvol om zeker twee keer per jaar bij uw longarts op controle te gaan.
Het ziekteverloop
Het verloop van de ziekte is afhankelijk van de ernst van de bronchiëctasieën en de kwaliteit van het overige longweefsel. Eventuele andere ziekten, zoals eerder bij “oorzaken” genoemd, zijn uiteraard ook van invloed. Samen met uw longarts kunt u uw persoonlijke situatie en de verwachtingen over het verloop van de ziekte bespreken.
Heeft u nog vragen?
Deze brochure is niet bedoeld als vervanging van de mondelinge informatie, maar als aanvul ing daarop. Hierdoor is het mogelijk om al es nog eens na te lezen. Heeft u nog vragen over bronchiëctasieën, neemt dan contact op met de polikliniek waar u onder behandeling bent. Dit kan zijn: Polikliniek longziekte, telefoon: 040-2864871 Longverpleegkundige telefoon: 040-2864871 Fysiotherapeut telefoon: 040-2864831 Diëtetiek telefoon: 040-2864050
Ook kunt u informatie over de onderzoeken en ziekten, die in deze folder genoemd zijn, opvragen bij: Het patiëntenservicebureau Telefoon: 040-2864874, E-mail: [email protected]
develop thromboembolic complications [8] and/or recurrentin congenital factor XII deficiency—a study on 74 subjects from 14Swiss families. Thromb Haemost 1991; 65: 117–21. 6 Dyerberg J, Stoffersen E. Recurrent thrombosis in a patient with factorOne other woman with FXII deficiency had a very lowXII deficiency. Acta Haematol 1980; 63: 278–82. PAI-1 (plasminogen activator inhibitor)
ORGANISATION FOR ECONOMIC CO-OPERATION AND DEVELOPMENT GLOBAL SCIENCE FORUM Best Practices for Ensuring Scientific Integrity and Preventing Misconduct The Varieties of Misconduct, and its Consequences . 2 Options for Dealing with Misconduct Allegations . 5 Responding to Misconduct Allegations . 8 Causes, Contributing Factors, and Prevention . 11 Misconduct in research (for example,